Rosse Woelmuis (Myodes glareolus).

Volwassen 8-11cm, 14-40 gr., staart 36-72 mm lang. Rugzijde kastanje- of roodachtig bruin, flanken grijzig met rode glans, buikzijde gelig. Stompe kop met zichtbare oorschelpen, oorschelpen en ogen groter dan bij andere woelmuizen.
Plantaardig voedsel als zachte zaden, vlezige vruchten, bladeren, kruiden en boomschors, aangevuld met paddenstoelen, mossen, wortels, knoppen en gras, insecten, wormen en slakken. Nacht en dag actief, goede klimmers op omgevallen bomen.
Kan tot 18 maanden oud worden in het wild, belangrijk prooidier voor uilen, wezels en vossen.
Maakt bolvormig nest van bladeren, mos, gras en veertjes, ingang 2-10 cm onder de grond.
In grote delen van Europa komen rosse woelmuizen voor, ook in België en Nederland. Ze leven voornamelijk in loofwouden en struikgebieden, maar ook in gebieden met hoge grassen en kruiden, in heggen en in parklandschap.