Boomklever (Sitta europaea) enige lid fam. Sittidae in Benelux.

Lengte 10-20 cm. Bovenzijde en bovenkop blauwgrijs, onderzijde is isabelkleurig met roodbruine flanken. Mannetje afgetekende oranjebruine achterflank, brede zwarte oogstreep,
lichte wangen en keel. Vrouwtje minder scherp begrensde oranjebruine achterflank. Verder idem als mannetje.
Boomklevers zijn enige vogels die met evenveel gemak omlaag als omhoog langs boomstam bewegen, ook met kop omlaag.
Voeding: insecten, zaden, noten, vruchten, graan en bessen. Harde noten zet hij vast en hamert ze dan van bovenaf stuk.
Broedt in boomgaten of spechtengaten, soms in nestkastjes.
Hij pleistert de ingang dicht met klei. Legsel 7-9 eieren melkwit met grote bruine vlekken en grijsviolette ondervlekken.
Vrijwel in geheel Europa een tamelijk algemene standvogel.
Algemeen in België en Nederland, in loof- en gemengd bos met ondergroei, vooral met oude en hoge bomen.