top of page
Filipijnse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum, synoniem Venerupis philippinarum) is een tweekleppigensoort uit de familie van de Venusschelpen (Veneridae).
De Filipijnse tapijtschelp is een tweekleppig weekdier dat 7,5 cm lang en 3,5 cm breed kan worden. Ze leeft in zout water en kan overleven in temperaturen van 0° tot 35° C. De kleur kan variëren van geelwit of geelbruin tot bruin. Dikwijls is de schelp gevlekt. De binnenzijde van de schelp kan gaan van lila, tot donkerpaars en okergeel. De dikke schelpen zijn sterk gegroefd met een ruitvormige structuur (traliewerksculptuur). De vorm is ovaal tot rechthoekig. De top of umbo ligt een stuk weg van het midden en is gebogen. Ook als de schelp gesloten is, blijft er een kleine opening tussen de kleppen. Ze voeden zich door via twee buisjes organisch materiaal en plankton uit zeewater te filteren. De Filipijnse tapijtschelp is eetbaar en wordt ook gekweekt voor de consumptie. De schelpen zijn eenslachtig (ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk). Via hogere temperaturen en overvloedig voedsel wordt de voortplanting gestimuleerd. Na 2 à 3 jaar zijn ze ongeveer 40 mm groot. De soort leeft van nature in Azië, doch verspreidt zich ook in Europa en elders. Intussen wordt de soort in vele Europese landen gevonden, waaronder België en Nederland.
bottom of page