top of page
Gewone dotterbloem (Caltha palustris subsp. palustris) plant uit ranonkelfamilie (Ranunculaceae).
Onderscheidt zich van de zeldzaam voorkomende spindotterbloem (Caltha palustris subsp. araneosa) door de holle, niet verdikte knopen van bloemstengels en ontbreken van elleboogvormige knik.
Behoudt zijn bladeren, rond tot bijna niervormig, wordt 30-45 cm hoog, standplaats langs sloten, beken, in vochtige weilanden, brongebieden en zompige plaatsen, zowel in de volle zon als in de halfschaduw.
Bloeiperiode van maart tot april; soms nog van augustus tot september. +/- 4cm grote bloemen, 5 -8 gele kelkbladen, geen kroonbladen en talloze meeldraden. Licht glanzende bladen. De onderste bladeren zijn lang gesteeld. De bloemstengels zijn hol en glad.
De plant heeft een voortdurend vochtige bodem nodig voor de ontwikkeling van de knollen. Varieert de vochtigheidsgraad, dan blijven de knollen klein. Rijpe zaden blijven drijven, waardoor de plant zich gemakkelijk langs de oevers van beken en sloten verspreidt.
Verspreidingsgebied beslaat grote delen van Europa, de gematigde delen van Azië en Noord-Amerika. In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2016 niet meer wettelijk beschermd.
bottom of page