top of page
home.jpg

Vink

Vink (Fringilla coelebs) zangvogel kent vele dialecten.

Lengte ca. 15 cm. Poten bruin.
Man onderzijde wijnrood, buik lichter, kruin en nek leiblauw, voorhoofd zwart. Rug donkerroodbruin. Vleugel met 2 witte banden, groenachtige stuit, staart met witte rand.
Vrouwtje vleugel en staart bruiner; onder lichtgrijsbruin, rug olijfgroen.
Vlucht: wit schild en witte band op vleugel, veel wit in staart.
Zang van februari tot september.
Voedsel: zaden, vruchten en bessen, knoppen en insecten.
Legsel 4–5 eieren, lichtblauwgroen tot roodbruin met donkerbruine vlekjes en streepjes, grijze ondervlekken.
Broedtijd 12-15 dagen. Meestal 2 legsels per jaar.
Vink is dagtrekker, sommige zijn standvogels (mannetjes).
Zeer talrijke broedvogel in Nederland en België, deze zijn grotendeels standvogels.

bottom of page