Keep (Fringilla montifringilla) familie vinkachtigen (Fringillidae).

De keep lijkt qua gedrag en formaat sterk op de gewone vink,
maar onderscheidt zich door witte stuit en minder wit op staart.
Staart sterker gevorkt dan vink. Mannetje oranje borst en schouder, donkergrijze kop, die in het zomerkleed zwart kleurt.
Roep nasaal chèèèèèp, zang langgerekt isjruur (cirkelzaag).
Voedsel: oliehoudende en kiemende zaden, vruchten en bessen, knoppen en insecten. Leeft in groep met andere vinkachtigen.
Nest wordt in bomen of aan bosrand gebouwd. Legsel: 4-5 blauwe tot roodachtig grijze eieren met donkere vlekken.
Keep broedt in naald- en berkenwouden in noorden van Europa en Azië. Overwintert in heel Europa en Midden-Azië.
Keep is in Nederland en België doortrekker en wintergast in soms zeer grote, maar jaar op jaar, sterk verschillende aantallen. Deze aantallen nemen sinds 1985 af.