Koningskaars (Verbascum thapsus) plant uit de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae).

De plant groeit in het duin- en krijtgebied en is daar vrij algemeen.
De bloemen zijn geel; doorsnede van 1,5–3 cm, 5 kroonbladeren aan voet vergroeid, 5 kelkbladen en 5 meeldraden, waarvan er 3 gele of witte haartjes hebben. De bloemen vormen een dichte aar.
Bloeit van juli tot de herfst, lengte tot 2 m.
Bovenste bladeren aflopend tot volgende blad, onderste bladeren hebben gevleugelde steel. Bladeren en de stengel zijn bedekt met dichte wollige beharing.
Koningskaars draagt een doosvrucht die kleine zaadjes bevat.
De bloemen van de plant werden gebruikt om het ophoesten te bevorderen bij problemen met de ademhalingswegen.
De koningskaars is waardplant voor onder meer kuifvlinder, salielichtmot, bessenwants, toortsparelmoervlinder en zwartpootmot.