Oehoe (Bubo bubo) is een van de grootste uilen ter wereld.

Lengte 60-75 cm, spanwijdte 160–188 cm.
Mannetjes 1,5 - 2,8 kg, vrouwtjes 1,75 - 4,2 kg, max.75 jaar. Oehoe heeft grote ogen, oogkleur felgeel tot vuur-oranje.
Ogen zijn heel lichtgevoelig en zien ‘s nachts uitstekend, ze kunnen niet draaien, maar de kop kan volledig rond draaien.
Lange oorpluimen overwegend zwart. Zwarte snavel ligt verzonken in een witgevederde huidplooi; de keelplooi.
Verenkleed is overwegend geel-bruin met zwarte accenten. Op borst is verenkleed okergeel gekleurd en met een witte vlek. De poten eindigen in fors geklauwde tenen, 2-4 cm lang.
Door goed gehoor en zicht worden prooien van veraf opsporen.
De oehoe broedt in de Ardennen, in Vlaanderen is de oehoe nog uiterst zeldzaam, maar er zijn nu toch broedplaatsen.
In Nederland heeft de oehoe definitief voet aan de grond gekregen, er is sprake van een spontane migratie vanuit Duitsland.