Keizerskroon (Fritillaria imperialis) uit de leliefamilie Liliaceae.

Winterhard bolgewas +/- 8-13 cm grote bol, 2-3 dikke en stijve schubben, bovenop zit in het midden opvallende holte, waar de stengel uit groeit. Stengel 90–120 cm, onderste deel bezet staande tot hangende bladeren, bovenste helft geen bladeren tot aan de bloemtros, kroon van glanzende, smalle bladeren. Bloeit midden tot eind lente, tot 6 stuks in cirkelvormige bloeiwijze.
Grote klokvormige bloemen, gele of oranje bloemen, aan binnenkant hebben bloemen dezelfde kleur, maar met zwarte of donkergroene vlek rond de witte honingklieren.
Stijl net zo lang als kroonbladeren en driehokkig, 4-kantige zaaddozen hebben v4 vleugels.
In wild van zuiden van Klein-Azië, via Noord-Iran tot in Afghanistan en Pakistan.
De plant wordt in Europa al bijna 400-jaar gekweekt.
In België en Nederland wordt dit winterharde bolgewas in de handel aangeboden. Er bestaan verschillende cultivars met verschillende bloemkleuren, gevulde of enkele bloemen en groen of bontgekleurd blad.