top of page
home.jpg

Wilde dwergmispel

Wilde dwergmispel (Cotoneaster integerrimus) overblijvende, bladverliezende struik uit de rozenfamilie (Rosaceae).
Komt van nature voor in Midden- en Zuid-Europa, wordt 50-200 cm hoog en heeft onregelmatig verspreide, vrij bochtige, bruine tot grijsbruine takken. De jonge takken zijn behaard. De verspreid staande, bijna ronde tot eironde bladeren zijn 2-5 cm lang en 1,3-2,5 cm breed, hebben een stompe tot spitse top en ingezonken nerven. De bladsteel is 2-5 cm lang en viltig behaard. De steunblaadjes zijn lancetvormig en fijn behaard. De struik bloeit van april tot in juni met wit met roze, kortgesteelde, 6-7 mm grote bloemen in knikkende schermen. De schutbladen zijn lancetvormig en fijn behaard. De bloemen staan met twee tot vier bij elkaar, maar soms zijn ze alleenstaand in het scherm. De bloem heeft vijf rechtopstaande, 3 mm brede kroon- en vijf 1-2 mm lange en 1-2 mm brede, driehoekig-ovale kelkbladen, die aan de buitenkant kaal zijn. De 15 - 20 meeldraden zijn roze. De bloembeker (hypanthium) is klokvormig en produceert nectar. Het vruchtbeginsel heeft twee of soms drie, vrijstaande stempels. De bestuiving gebeurt door wespen, meestal veldwespen, maar zelfbestuiving komt ook voor. De hangende, bolronde, rode vrucht is een 5-8 mm brede, appelvormige pitvrucht met twee tot drie, 6-8 mm grote pitten. De vruchten rijpen in augustus en september.

bottom of page