top of page
BE_Geel_Sas9_Ganzenstr_2021.10.11.14.59.47_01.JPG
BE_Geel_Sas9_Ganzenstr_2021.10.11.14.59.47_01.JPG
1/1
Wijfjesvaren
Wijfjesvaren (Athyrium filix-femina) is een varen uit de wijfjesvarenfamilie (Athyriaceae).
De plant komt voor op het noordelijk halfrond. De plant wordt ook in de siertuin gebruikt.
De lichtgeel-groene bladeren zijn 30–50 cm lang. De lengte van de aan de voet purperbruine bladsteel is een kwart van die van de bladschijf. De bladschijf is in omtrek elliptisch en afnemend twee tot drievoudig veerdelig of geveerd.
De bladeren sterven in de winter af. In het voorjaar komen uit de wortelstok (rizoom) de nieuwe bladeren.
Net als bij de mannetjesvaren zitten de sporenhoopjes (sori), die bestaan uit sporangiën, in twee rijen. Het dekvlies (indusium) is meestal haakvormig. In juli en augustus zijn de sporen rijp. Wijfjesvaren is te onderscheiden door de drievoudig gedeelde bladen en de komma- of haakvormige sporenhoopjes.
Wijfjesvaren komt voor op vochtige, matig voedselrijke grond in loofbossen, aan beek- en greppelkanten, op muren en basaltglooiingen.
Wijfjesvaren heeft geen nauwe verwanten van hetzelfde geslacht in België en Nederland.
bottom of page