top of page
home.jpg

Hondsroos

Hondsroos (Rosa canina) komt van nature voor in Europa, Noordwest-Afrika en West-Azië.

De grote losse rechtopgaande struik wordt 1-4 meter hoog en heeft lange boogvormig overhangende takken. De bladeren en niet met klieren bezette takken zijn groen of soms roodachtig aangelopen. De stekels zijn grotendeels haakvormig gebogen en hebben een brede basis. De frisgroene, geurloze bladeren zijn oneven geveerd met vijf of zeven stevige en stijve blaadjes. De 1,8-4 cm lange en 1-2 cm brede, onbehaarde blaadjes zijn elliptisch met een afgeronde, soms wigvormige voet en een spitse top. De bladrand is enkelvoudig tot dubbel gezaagd. De hondsroos bloeit in juni en juli met 3,5 tot 4,5 centimeter grote, meestal lichtroze of soms witte bloemen, die met één tot tien bij elkaar staan. De bloemsteel is 1-2 cm lang en meestal niet met klieren bezet. De kroonbladen zijn veel langer dan de kelkbladen. De rozenbottel is een vlezige bloembodem met daarin de nootjesachtige vruchten. De rozenbottel is ovaal of eirond, rood-oranje, en 1-2,5 cm lang en 1-1,8 cm breed. De zaden kunnen zich zonder bevruchting ontwikkelen.

bottom of page