Gewone braam (Rubus fruticosus) of bosbraam struik uit de rozenfamilie (Rosaceae).

De bladeren overlappen elkaar niet aan de randen, steeltjes van vijftallig blad 8 mm lang.
Bladeren tot laat in herfst of begin winter aan de plant, onderzijde blad bedekt met stekels. Stengel nauwelijks berijpt en met sterke stekels bezet. plant 1,5-3 m hoog.
De bloemen zijn wit of roze en groeien in juli en augustus aan de plant. De kelkbladen zijn niet toegespitst. De kroonblaadjes zijn vaak iets elliptisch van vorm.
Vruchten donkerblauw of blauwrood in augustus en september, bestaat uit een verzameling steenvruchtjes, de deelvruchtjes zijn goed ontwikkeld, groeien alleen aan 2-jarige stengels.
Bramen worden overal aangetroffen op lichtzure tot zure grond, op voedselarme grond, maar ook op omgewerkte voedselrijke grond. Tegenwoordig is de gewone braam in heel Europa algemeen langs wegbermen, spoordijken en kanaalbermen.