top of page
IE_Garnish Island_2024.08.07.15.49.58_18.JPG
IE_Garnish Island_2024.08.07.15.49.58_18.JPG
1/1
Gewone schaalhoren
Gewone schaalhoren, puntkokkel of napslak (Patella vulgata) in zee levende slakkensoort uit de familie Patellidae.
De gewone schaalhoren heeft een stevige, napvormige schelp zonder windingen die tot 60 mm hoog kan worden. De verhouding tussen hoogte en breedte is variabel: dieren die laag op de kust leven en juvenielen zijn platter van vorm. De top ligt iets voor het midden. De schelp kan met zeepokken bedekt zijn. De basale rand heeft een ruwweg elliptische vorm en is oneffen, mede doordat hij vaak aangepast is aan de oneffenheden van de rots waarop het dier leeft. De binnenkant van de schelp is glad, groenig-grijs en vertoont een hoefijzervormige spierafdruk. De dieren kunnen tot vijftien jaar oud worden, vooral in populaties die langzaam aangroeien. Het dier is eetbaar maar wordt zelden gegeten. De buitenkant van de schelp is grijs tot groenblauw, de binnenkant vuilwit tot zacht geel.
De gewone schaalhoren is een rotsbewoner die leeft in de getijdenzone. Als het water zich terugtrekt kan hij zich zo krachtig tegen de onderliggende stenen vastzuigen dat hij door mensen niet onbeschadigd verwijderd kan worden. Hij komt voor van Noorwegen (Lofoten) tot in de Middellandse Zee. In Bretagne komt hij zeer algemeen voor, op havenmuren, strandhoofden en aangespoeld, soms vastgehecht aan riemwier.
bottom of page