top of page

BE_DePanne_2025.02.06.14.09.28_29.JPG

BE_DePanne_2025.02.06.14.09.28_29.JPG
1/1
Gewone mossel
Gewone mossel (Mytilus edulis) is een in zee levend tweekleppig weekdier. De soort wordt ook wel eetbare mossel genoemd. Er bestaan ook zoetwatermosselen.
De mossel heeft een langwerpig asymmetrisch driehoekige, betrekkelijk dunschalige maar stevige schelp. Er is een zeer onopvallend slot, bestaande uit enkele zeer kleine tandjes. De umbo ligt geheel bij de voorkant die spits is, de achterkant is afgerond. De buitenkant van de schelp heeft een paarsblauwe kleur. Lichtere kleuren, geelbruin tot groen komen ook voor. In dat geval zijn vaak stralende blauwe tot donkerpaarse lijnen aanwezig. Schelpen van jonge dieren zijn geelachtig en licht doorzichtig. De 'huid' van de schelp (het periostracum) is zwart bij volwassen dieren.
De binnenzijde van de schelp is vanuit de bovenzijde van de schelp (de umbo) tot aan de mantellijn vaak bekleed met parelmoer. Tussen de mantellijn en de schelprand is de schelp paars gekleurd (of een beetje blauw). Na ongeveer twee jaar zijn de mosselen zes tot zeven centimeter groot en geschikt voor consumptie. De mossel leeft op een vast substraat (epibiont) omdat hij aanhechting voor de byssusdraden nodig heeft. Een optimale habitat vormt de getijdenzone. Een mossel kan bij eb ongeveer zes uur boven water blijven. Veel langer wordt niet verdragen, dan treedt sterfte op. Een mossel kan 18 tot 24 jaar oud worden.
bottom of page