Scottish Blackface is een Brits schapenras . Het is het meest voorkomende schapenras van het Verenigd Koninkrij en Ierland.

Er zijn verschillende soorten Blackface in U.K. en Ierland, waaronder de Perth- variëteit, die groot van stuk is en grof van wol is, en die voornamelijk voorkomt in het noordoosten van Schotland, in Devon , in Cornwall en in Noord-Ierland ; het Lanark-type met een middelgroot frame , met kortere wol , dat voorkomt in een groot deel van Schotland en in delen van Ierland ; en de Northumberland Blackface, die groot is met relatief zachte wol. De Blackface is altijd gehoornd. Het gezicht en de poten zijn zwart, soms met witte markeringen. De Blackface wordt voornamelijk gefokt voor de vleesproductie, meestal door kruising . Blackface-ooien worden vaak bij Blue-faced Leicester- rammen gezet om de Scottish Mule of Scottish Greyface te produceren. Ooien van dit kruisingsras behouden enkele kenmerken van elke ouder – moederlijke kwaliteiten en hardheid van de moeder, en vruchtbaarheid en vleeskwaliteit van de vader – en worden veel gebruikt in de commerciële laaglandschapenfokkerij.
De wol is zeer grof, met een vezeldiameter van28–38 μm en een nietjeslengte van ongeveer250–350 mm . Het kan worden gebruikt voor matrassen, tapijten of om tweed te maken.