Lepelaar (Platalea leucorodia) uit familie ibissen en lepelaars.

Lengte 80 - 93 cm, onmiddellijk herkenbaar aan spatelvormig verbrede zwarte snavel, die aan de voorzijde geel is. De vogel is helemaal wit. De verlengde kopveren vormen een bossige kuif.
De vogel komt voor in natte weiden, bij sloten, op slikken en wadden. Het voedsel bestaat uit vis, waterdieren, slakken, insecten en wormen, ook weleens plantendelen.
Nest in overjarig riet, gemaakt van biezen, waterplanten en gras, legsel bestaat uit 3-5 dofwitte eieren met bruine vlekken.
Nederland was vroeger het noordelijkste land in Europa waar lepelaars tot broeden kwamen.
In Vlaanderen broeden ze slechts op enkele plaatsen.
Ze overwinteren vooral langs de West-Afrikaanse kust, zoals in het tropische waddengebied voor de Mauritaanse kust. Tijdens trek naar Afrika gaat ongeveer de helft van jongen dood door jacht, hoogspanningskabels of uitputting.