Zilveren boomkussen (Reticularia lycoperdon of Enteridium lycoperdon) is een vrijwel over de hele wereld voorkomende slijmzwam.

In België en Nederland is hij vrij algemeen. De vruchtlichamen zijn het hele jaar door te vinden, maar vooral in het voorjaar, op hardhout en naaldhout.
Het plasmodium van de zwam is kussenvormig en kan tot tien centimeter uitgroeien. Het verschijnt vaak al in het voorjaar op staand of liggend dood hout, meestal van loofbomen. De inhoud is aanvankelijk zacht en wit maar wordt later droog en chocoladebruin door het zich ontwikkelende sporenstof. De buitenkant is wit en dun als papier, daarna zilverachtig glanzend en tenslotte ook chocoladebruin. De huid scheurt open waarna de sporen zich met de hulp van regen en wind verspreiden. De sporen zijn bruin in bulk, lichtbruin bij doorvallend licht en hebben een afgeronde tot afgeknot kegelvormige vorm. Ze hebben een diameter van 7,5 tot 10 micrometer. Op de rest van het oppervlak zijn er verspreide, puntige wratten. Meestal zijn de sporen verenigd tot klonten die min of meer stevig vastzitten.
Het boomkussen is niet giftig maar wordt als oneetbaar beschouwd.