top of page
home.jpg
4.jpg

Gewoon donsvoetje

Gewoon donsvoetje (Tubaria furfuracea).

Hoed gewelfd tot vlak, Ø 2-4 cm, geelbruin tot donker geelbruin, vochtig met een gestreepte rand, droog fijn vlokkig, bleek bruingeel, vaak met witte velumresten op en aan de randzone.
Lamellen wijd uiteen, wat aflopend, kaneelbruin.
Steel 2-5 cm x 2-4 mm, kaneelbruin tot bleek bruingeel, met een donzige, witte voet. Vlees bruingeel.
Op houtsnippers, takjes en twijgen, soms op grof strooisel en humus in loofbossen, struwelen, parken en tuinen. Zomer-herfst.
Saprofiet.
Algemeen voorkomend.

bottom of page