top of page
home.jpg

Witte tijger

Witte tijger (Spilosoma lubricipeda), behoort tot de spinneruilen (Erebidae), onderfamilie beervlinders (Arctiinae).

De kleine zwarte vlekjes op de voorvleugels zijn duidelijk zichtbaar, maar liggen zonder patroon her en der verspreid. Ook het aantal vlekjes kan variëren. Ze hebben een kop met een dikke 'bontmuts'. Het achterlijf is krachtig geel met zwart gevlekt. Ze hebben een spanwijdte van 3 tot 4 centimeter. Nachtactieve nachtvlinder.
In Nederland en België waar te nemen in parken, tuinen en open bossen van mei tot en met augustus. Deze vlinders rusten overdag, vlak bij de grond op een stam of in het gras, met de vleugels gevouwen in de vorm van een dakje. Ze worden niet door vogels gegeten, daar ze vies smaken en giftig zijn.
De eieren worden in grote groepjes op de onderkant van de bladeren afgezet. Per jaar is er meestal maar één generatie. De grijsbruine, dicht donkerbruin behaarde, zeer snel bewegende rups is maximaal 40 mm lang en heeft een witachtige of licht roodachtige rugstreep. De vlinder overwintert als pop in een met haren doorweven spinsel.

bottom of page