Leliehaantje (Lilioceris lilii) kever uit de familie bladhaantjes (Chrysomelidae).

Het leliehaantje heeft een felrood borststuk en dekschilden, maar de rest van het lichaam is zwart. Maximale lengte 8-11 mm.
Te zien van april tot augustus, leeft zowel als kever als larve op diverse soorten lelies, houdt ook van Keizerkronen. Met name de larven, die minder opvallend maar des te vraatzuchtiger zijn, kunnen grote schade veroorzaken aan bladeren van plant.
Kevers zijn meer bezig met voortplanten dan met eten en vallen bovendien goed op zodat ze makkelijk te vangen zijn. Vogels mijden de volwassen kever omdat deze walgelijk smaakt.
De larve is na twee weken volgroeid en verpopt in de grond, en na enkele weken komt imago tevoorschijn. Met name het feit dat de kevers niet synchroon eitjes afzetten maar gedurende meerdere maanden maakt dat ze als plaag zo moeilijk te bestrijden zijn vanwege de constante aanvoer van larven.