Houtpantserjuffer (Chalcolestes viridis) pantserjuffer, algemeen in België en Nederland.

Imago tot 4,7 cm lang, achterlijf langer en breder dan bij andere pantserjuffers, lichaam is metaalgroen. Pterostigma is zo lang als twee onderliggende cellen en wit tot lichtbruin.
De mannetjes hebben nooit een blauwe verkleuring, of berijping, op de achterlijfssegmenten. De bovenste achterlijfaanhangsels van de mannetjes zijn lang en tangvormig, de onderste kort. De aanhangsels zijn bleek van kleur.
Vrouwtjes hebben een relatief kleine legboor, die niet voorbij het laatste achterlijfssegment uitsteekt en die een duidelijk gezaagde onderzijde heeft.
In zithouding houden pantserjuffers hun vleugels half gespreid, in tegenstelling tot andere juffers.
Komt vooral voor langs stilstaande en zwakstromende waters, bij vijvers, plassen en kanalen, met overhangende bomen en struiken.
De volwassen dieren verkiezen ruige oevervegetatie als jachtterrein.
De houtpantserjuffer vliegt laat, half juli tot in november, piek in augustus-september.