top of page
home.jpg

Wilde appel

Wilde appel (Malus sylvestris) is een struik of boom uit de rozenfamilie (Rosaceae).

Komt voor in heggen en kreupelhoutbosjes, in België en Nederland nog in kleine aantallen in het wild. Hoogte tot 10-12 m, maar het gewas blijft vaak kleiner.
De appel-achtige vruchten van 3-4 cm doorsnede zijn eetbaar. Het zijn echter andere vruchten dan de grotere handappels die doorgaans verkocht en gegeten worden: dat zijn de vruchten van de veredelde Malus domestica.
De wilde appel heeft een dichte, lage en koepelvormige kroon en de takken vormen een hechte structuur. De schors is grijsachtig bruin tot donkerbruin en is op oudere leeftijd gebarsten in rechthoekige stukjes, twijgen zijn geribbeld en vaak gedoornd.
Bloeit met een schermvormige bloemtros aan de top van korte loten, bloemen 3-4 cm groot met 5 witte kroonblaadjes met roze waas, gevuld met veel gele meeldraden.
Wilde appels zijn vanwege hun hoge pectinegehalte uitstekend geschikt om er appelgelei van te maken. In Frankrijk stookt men van de vruchten de sterke drank Calvados.

bottom of page