top of page
home.jpg

Mispel

Mispel (Mespilus germanica), uit rozenfamilie (Rosaceae), vrucht heet ook mispel.
Mispel is een archeofyt, ingeburgerde plant, in 7de eeuw v.Chr. in Europa is ingevoerd.

De mispel struik tot kleine boom hoogte 1,5 - 6 m. Het hout is hard, taai en fijnnervig met gedoornde en dikviltige twijgen. Takken zijn kronkelig en de plant is vaak breder dan hoog.
Bladeren 5-12 cm groot, langwerpig, omgekeerd-eirond en aan beide zijden zacht behaard en worden in de winter afgeworpen. Bladvorm is gaafrandig of bovenaan fijn gezaagd en toegespitst. Ze zijn donkergroen en hebben een zeer korte steel.
Bloeit in mei met witte, soms iets roze bloemen, die zijn tweeslachtig, alleenstaand, 2½ tot 4 cm groot, met 40 meeldraden. De bloemstelen en kelk zijn zacht behaard.
Bruine pitvruchten hebben grote kelkslippen, zijn 2-lobbig en diameter van 2 tot 3½ cm.
Gekweekte mispels hebben over het algemeen grotere bladeren en vruchten en hebben vaak geen doorns. Het oorsprongsgebied van de mispel ligt rond de Zwarte en de Kaspische Zee; Zuidoost-Bulgarije is de westgrens.

bottom of page