Gelderse roos (Viburnum opulus) struik/lage boom uit muskuskruidfamilie (Adoxaceae).

Komt van nature ook voor in Benelux, vooral in rivierengebied langs kreken of strangen.
Kan van 1,5 tot 6 m hoog worden, maar meestal tot 3 m, bloeit in mei en juni met witte bloemen die in platte tuilen voorkomen. De randbloemen zijn steriel, de overige bloemen zijn fertiel (vruchtbaar). De randbloemen hebben de functie om insecten te lokken.
De bloem wordt door insecten bezocht vanwege de nectar.
Na de bloei komen er hangende trosjes met bessen, die lang aan de struik blijven zitten. De vruchten bevatten coumarinen, diterpenen en glycosiden, ze hebben een zure en bittere smaak en zijn voor de mens eetbaar (in beperkte hoeveelheden), kunnen goed de winter doorstaan en worden vaak gegeten door pestvogels, goudvink, grote lijster en roodborst.