Patrijs of veldhoen (Perdix perdix) akkervogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae).

De vogel heeft in West-Europa een voorkeur voor extensief beheerde landbouwgebieden met kleinschalige elementen. De patrijs leeft daar in weilanden, graanakkers, akkerranden, wegranden en braakliggende terreinen met houtwallen, singels of heggen. Volwassen patrijs is 28 à 32 cm lang met een rond lichaam, de mannetjes hebben een donkerbruine buikvlek in de vorm van een hoefijzer, bij vrouwtjes is deze vlek een stuk kleiner, grauwer van tint, of geheel afwezig. Beide geslachten hebben een oranje keel, wangen en wenkbrauwstreep. De kroon, nek, borst en flanken zijn lichtgrijs. De flanken zijn daarnaast voorzien van meerdere roestbruine banden, bruine vleugels en een witte buik en onderstaartdekveren. De jonge exemplaren hebben geen borstvlek, zijn geelbruin tot grijsbruin, zonder oranje delen rondom de kop. Na 2 1/2 maand zal de jonge patrijs naar een adult verenkleed ruien. Patrijzen zijn vaak in kleine groepen te zien.
Eerste legsel bestaat uit 15-17 eieren, tweede legsel telt minder eieren. Het nest is een ondiep kuiltje met plantaardige materialen, onder een heg of andere dichte vegetatie.
Voedsel bestaat uit zaden, onkruiden, granen, bladeren van grassen en klaver en insecten.