top of page
HOME_1200.JPG
home.jpg

Aardhommel

Aardhommel (Bombus terrestris) behoort tot de aardhommel-groep.
Het voorstuk (tweede rugplaat) van het achterlijf is geel behaard, het tussenstuk zwart en het einde van het achterlijf is wit behaard. Mannetjes hebben wat meer gele haren op de kop en het eerste achterlijfssegment. De beharing is kort en regelmatig. De aardhommel heeft een korte tong. Het nest zit in de grond en kan tot anderhalve meter diep liggen. De aardhommel slaat het stuifmeel op in toevallig leegstaande broedcellen en is te vinden op vele planten. In het begin van het jaar op de wilg en later in het jaar veel op distels, klaver en vingerhoedskruid. Een volgroeide kolonie van de aardhommel bestaat uit zo'n 300 tot 600 werksters. De koningin van de aardhommel is 20-23mm, de werkster 11-17 en het mannetje 14-16 mm lang. De spanwijdte van de koningin is zeer groot, soms wel tot 43 mm. De nestzoekende koninginnen zijn te zien van begin februari tot midden mei, de werksters van midden april tot midden oktober en de jonge koninginnen en mannetjes van eind juli tot eind september.

bottom of page